5 vragen aan... jeugdarts Hajo Krol

Hajo Krol heeft afgelopen jaar zijn profielopleiding succesvol afgerond en is inmiddels actief als jeugdarts bij GGD regio Utrecht. Voor Hajo sluit het werk naadloos aan op zijn persoonlijke interesses en drijfveren: "Huisartsgeneeskunde, psychiatrie en kindergeneeskunde leken mij de drie meest interessante disciplines. Daar heb ik in mijn werk als jeugdarts nu een mooie combinatie in gevonden." Tegelijkertijd is Hajo nog niet uitgegroeid binnen het domein maatschappij en gezondheid: binnenkort start hij aan de 2e fase opleiding tot arts M+G. Als onderdeel van de serie '5 vragen aan' maken we kennis met Hajo en zijn werk als jeugdarts.

Wat houdt je werk als jeugdarts in eigen woorden in?

Ik werk als jeugdarts vooral op middelbare scholen. Daar houden jeugdverpleegkundigen de gezondheid van alle leerlingen nauwkeurig in de gaten. Stuiten ze op complexe problemen of vragen? Dan word ik ingeschakeld. Dat kan voor van alles zijn: kinderen die ernstig ziek zijn of kinderen die psychisch niet goed in hun vel zitten. Een van mijn kerntaken is om de oorzaken achter die klachten te duiden. Een belangrijke taak, want hiermee voorkom je onnodige vertragingen en zorg je dat kinderen snel de juiste zorg krijgen.Voor de scholen speel ik ook een belangrijke rol bij het omgaan met ziekteverzuim. Op het moment dat leerlingen langere tijd afwezig zijn van school, schat ik bijvoorbeeld in wat zij op dat moment aankunnen en wanneer zij het beste aan school toekomen. Je bent als jeugdarts dus arts en aanspreekpunt voor de jeugd, maar ook een belangrijke schakel tussen jongeren en school. Bovendien ben je als jeugdarts ook vaak degene die andere behandelaars of familie bij het proces betrekt.

Waarom heb je gekozen voor het vak?

Ik heb eerst een tijdje in de psychiatrie gewerkt. In die tijd dacht goed na over wat ik nou écht het leukste vond om te doen binnen de zorg. Huisartsgeneeskunde, psychiatrie en kindergeneeskunde leken mij de drie meest interessante disciplines. Daar heb ik in mijn werk als jeugdarts nu een mooie combinatie in gevonden.Voor mij was het keuzecoschap een van de meest waardevolle momenten in mijn besluitvorming. Tijdens het coschap verdiepte ik mij in de dagelijkse werkzaamheden van een jeugdarts en ontdekte ik hoeveel je voor jongeren kunt betekenen. Omdat je vaak in een vroege fase betrokken raakt bij iemands klachten, kun je als jeugdarts veel problematiek voorkomen. Je herkent de medische en sociaalpsychologische oorzaken en zorgt dat de klachten niet verergeren. Zo kun je voorkomen dat jongeren later met verergerde klachten naar bijvoorbeeld het ziekenhuis of een andere specialist moeten. Dat is voor mij een belangrijke reden waarom ik voor het vak heb gekozen.Naast mijn opleiding tot jeugdarts - die ik afgelopen jaar heb afgerond - start ik in maart met de 2e faseopleiding tot arts maatschappij en gezondheid. Wat ik daar zo aantrekkelijk aan vind, is dat ik naast mijn uitvoerende rol als jeugdarts dan ook meer kan meedenken over vraagstukken, beleid en richtlijnen op landelijk niveau. Zo kun je voor grotere groepen het verschil maken. Waar ik bijvoorbeeld een kans zie is om het onderwerp psychische en mentale gezondheid op middelbare scholen meer onder de aandacht te brengen. Leerlingen krijgen al wel voorlichting over lichamelijke gezondheid, maar het mentale aspect ontbreekt. Dat lijkt mij juist een hele waardevolle toevoeging aan het lespakket, omdat leerlingen dan op een jonge leeftijd al leren omgaan met stres en andere psychische klachten.

Wat vind jij het leukste of meest uitdagende in jouw werk?

Het meest uitdagende is zonder twijfel het zoeken van verbinding met degene die tegenover je zit. Al helemaal wanneer het om psychische of sociale problemen gaat, want dan speelt er vaak ook enige schaamte of onzekerheid mee. Toch is het cruciaal om die verbinding te maken en dusdanig in gesprek gaan dat jongeren open kunnen zijn en durven te vertellen waar zij mee zitten. Dat is altijd maatwerk, altijd een zoektocht. Er is geen standaardgesprek wat voor iedereen werkt, je zoekt telkens opnieuw naar interesses of andere mogelijkheden om op aan te haken om het gesprek op gang te krijgen. Tegelijkertijd vind ik dit ook het mooiste aan mijn werk. Niks geeft meer voldoening dan wanneer het lukt een open gesprek gaande te krijgen. Bovendien is het ook dé manier om achter de oorzaken van de klachten te komen.

Welke ervaringen in of tijdens je werk hebben de meeste indruk op jou gemaakt?

Er zijn twee casussen die mij in het bijzonder zijn bijgebleven. Bij één was er mogelijk sprake van kindermishandeling bij een meisje van twaalf. Ze had gescheiden ouders, die mij ieder een compleet ander verhaal vertelde. Moeder beweerde dat de vader zijn nieuwe vriendin fysiek zou mishandelen en dat het kind daar getuige van zou zijn. Vader vertelde mij dat de moeder hem alleen zwart probeerde te maken. In een geval als deze is het bijzonder lastig om open en neutraal contact te onderhouden met kind én beide ouders, zonder dat je zelf oordelen velt. Dat was voor mij een leerzame ervaring.Je denkt misschien: 'mishandeling? Heftig onderwerp zeg!' En dat klopt, maar als jeugdarts kom je vaker heftige thema’s tegen, zoals ook suïcidaliteit of automutilatie. In het begin was dat zeker confronterend, maar ook daar leer je van. Het moet je er zeker niet van weerhouden om het vak van de jeugdarts in te gaan. Je maakt het vaak in je hoofd groter dan het is en naarmate je meer ervaring opdoet wordt het alsmaar makkelijker om op de juiste manier met dergelijke thema’s om te gaan. Het helpt ook dat er zoveel tools beschikbaar zijn en dat je vaak samenwerkt met anderen. Zo heb ik bij deze casus uiteindelijk samen met Veilig Thuis onderzocht wat er precies speelde en of er sprake van gevaar of risico voor het kind was.De tweede casus die in me op komt betreft een meisje van 13. Ze had veel last van ziekteverzuim vanwege vermoeidheid. Al snel bleek dat er meer achter zat, onder meer in de relatie met haar ouders en bij het onderhouden van vriendschappen. Ik heb haar en haar ouders meerdere keren gesproken, waarna zij ook in gesprek ging met een coach en psycholoog. Ik heb haar ongeveer een jaar of anderhalf begeleid. Daarna gaf ze in een afsluitend gesprek aan dat ze veel beter in haar vel zat. Ik kreeg te horen dat zij en haar ouders mij heel dankbaar waren, omdat ik als het ware als eerste uit haar had gekregen wat er precies dwars zat. Daardoor kon en wilde ze snel de juiste hulp zoeken. Die dankbaarheid is altijd fijn om te horen. Je krijgt dan toch een idee van wat je bereikt met je werk.

Welke tip wil je meegeven aan toekomstige aios jeugdartsen of aios arts M+G?

Bouw relaties met mede aios en collega’s op! Het klinkt vanzelfsprekend, maar het is onwijs belangrijk. Het is zo fijn om te kunnen overleggen of je hart te kunnen luchten wanneer dat nodig is. Ik merkte tijdens mijn opleiding heel snel hoe waardevol dat is. Collega’s lopen tegen precies dezelfde dingen aan, waardoor je veel van elkaar kunt leren en elkaar als geen ander kunt ondersteunen. Gelukkig waren er tijdens de opleiding kansen genoeg om dat contact op te kunnen bouwen. We gingen al meteen van start met twee dagen vol gezamenlijke activiteiten. Daar leerde ik collega’s kennen waar ik nu nog steeds goed bevriend mee ben.